Fioretti College Veghel

Hoofdstuk 3 krachten paragraaf 1

Hoofdstuk 3: krachten
Paragraaf 1: krachten herkennen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: krachten
Paragraaf 1: krachten herkennen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een kracht?
Krachten zelf kun je niet zien. De gevolgen wel!
Dit zie je op 3 manieren:
-Vorm veranderen
-Snelheid veranderen
-Richting veranderen





Slide 2 - Tekstslide

Zwaartekracht 

 Spankracht 

Normaalkracht


Magnetische kracht 

 Wrijvingskracht   
 Spierkracht

Veerkracht                                

Kleefkracht                                    

Elektrische kracht






















Slide 3 - Tekstslide

Krachten tekenen
-Aangrijpingspunt
-Grootte
- Richting


                                                                           1cm = 50 N

Slide 4 - Tekstslide

Een touw staat strakgespannen.
Welke kracht werkt er in het touw?

Slide 5 - Open vraag

Het aangrijpingspunt van de pijl geeft de ........ 
aan waar de kracht wordt uitgeoefend.
De richting van de pijl geeft de ...........
aan waarin de kracht werkt.


De lengte van de pijl geeft aan hoe .......
de kracht is.
plaats
richting
groot

Slide 6 - Sleepvraag

Als je het knopje van een balpen indrukt, werkt de balpen je spierkracht tegen. Wat voor kracht oefent de balpen uit?
A
Spankracht
B
Spierkracht
C
Veerkracht
D
Zwaartekracht

Slide 7 - Quizvraag


Bij welke gebeurtenis wordt spierkracht uitgeoefend?
A
Bij voetbal wordt een bal in het doel geschopt.
B
Bladeren worden van een boom geblazen.
C
Een uitgerekte veer springt terug in zijn begin vorm.
D
Een zware halter valt op de grond.

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Hoe heet de kracht waardoor het elastiek uitrekt?

Slide 10 - Open vraag

Hoe heet de kracht die op de handen van de jongen werkt?

Slide 11 - Open vraag

Voorbeeld: vallende pen
Hoe tekenen we deze kracht?

Slide 12 - Tekstslide

Maken 3.1
Alles (ook de *) 
De plus vragen NIET.

Slide 13 - Tekstslide